Gelderse gemeente in de OverBetuwe, groot 1649 ha, met (1951) 5040 inw., van wie (1947) 98 pct Prot., 1 pct R.K. en 1 pct andersdenkenden. De kleibodem wordt voor de landbouw, vruchtenteelt en vruchtboomkwekerij gebruikt; aan de Rijn is steenbakkerij.
De gemeente, die uit de drie heerlijkheden Kesteren, Opheusden en Lede en Oudewaard samengesteld is, bevat de beide dorpen Kesteren en Opheusden. Het dorp Kesteren, waarschijnlijk het oude Castro uit de tijd der Romeinen, ligt aan de spoorlijn Nijmegen Geldermalsen en telt (1951) 1795 inw. Opheusden, een centrum van vruchtboomkwekerij telt (1951): 3080 inw.