Zweeds dichter (Stockholm 23 Nov. 1756 -9 Nov. 1829), studeerde te Uppsala en te Greifswald, werd in 1788 particulier secretaris en literair adviseur van de kunstlievende Gustaaf III. Nadat Gustaaf III vermoord was, moest hij zich van het hof terugtrekken, maar werd later benoemd tot bestuurslid der kanselarij.
Na de revolutie van 1809 werd hij in de adelstand verheven. Hij was de hoofdvertegenwoordiger van de Frans-classicistische richting en moest dan ook op het eind van zijn leven de scherpe aanvallen der Fosforisten verduren. Hij schreef oden en leerdichten, dichtbrieven en 'toneelstukken, die zich kenmerken door een zeer geacheveerde vorm en een stemming van weemoed en resignatie. Zijn Samlade Skrifter kwamen uit van 1818-1831.Lit.: A. E. Sjöding, L. den gustavianske smakdomaren (diss. Uppsala 1931)