Kahgyoer of eigenlijk bkah’gyur is de naam van de gewijde Schriften der Tibetaanse Boeddhisten. Zij omvatten 1083 boeken, die in zeven grote groepen en in 100 tot 108 banden van elk ca 1000 blz. verenigd zijn.
Het grootste deel van deze teksten werd uit het Sanskrit en het Pali vertaald, enkele delen ook uit het Chinees. Kandsjoer werd herhaaldelijk in houten blokken gesneden en zo gedrukt volgens de methode van onze middeleeuwse blokboeken, zodat de meeste Lamaïetische kloosters van Tibet op een volledig exemplaar kunnen bogen. Ca 1310 na Chr. werd de Kandsjoer in het Mongools vertaald. Al deze boeken vormen samen de eigenlijke canon der gewijde schriften, in tegenstelling tot de Tandsjoer (Tangyur of Bstan’gyur) die in 225 banden een volledige commentaar bevat, verdeeld over twee klassen: de rGyud, of exegetische werken over ritueel en ceremoniën (87 banden), en de mDo, die werken over astronomie, grammatica, literatuur en medicijnen omvat.Lit.: L. A. Waddell, The Buddhism of Tibet (London 1895; 2de dr. 1934); Idem, Tibetan Manuscripts and Books (Asiatic Quarterly, July 1912); Charles Eliot, Hinduism and Buddhism, dl III (London 1921); Charles Bell, The Religion of Tibet (Oxford 1931); L. Feer, Analyse du Kandjour et du Tandjour (Annales du Musée Guimet dl 2, Paris 1881).