Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Kaar

betekenis & definitie

is een ketelvormig dal in het hooggebergte, meest vlak onder de waterscheiding, doch in elk geval op de hogere delen der berghellingen gelegen. De bodem der karen is bekkenvormig, de rand steil.

Zij bezitten meestal een kloofvormige uitgang en komen slechts voor in streken, waar vroeger gletsjers waren; haar ontstaan is aan het ijs te danken. Zeer vaak vindt men in een kaar een meer en is de bodem rotsachtig, soms ook is deze begroeid met gras en dient dan als alpenweide.

< >