(1), een provincie van Argentinië, telt op een oppervlakte van 43 665 km2 (1947) 166 780 inw., vnl. Ketsjoea-Indianen en Mestiezen.
De provincie ligt tegen de oostzijde van de Andes.De Puna de Jujuy (Despoblado) in het N. is een 3500 m hoog gelegen woestijnplateau met dode en werkende vulkanen en met zoutmoerassen (Salinas Grandes). In het Z. en O. lopen evenwijdige, gemiddeld 3500-4200 m hoge, bergketens; de hoogste top is de Cerro Negro, 6500 m. De oostelijke dalen, o.a. die van de naar de Vermejo stromende Rio Grande, zijn geïrrigeerd en vruchtbaar. De provincie wordt van La Quiaca in het N. tot Blanca in het Z. door de Central Norte Argentino-spoorweg doorsneden, die via Tucuman en Rosario naar Buenos Aires loopt en naar het N. verbinding geeft met La Paz in Bolivia. Een tak van de Pan-Amerikaanse hoofdverkeersweg door Peru en Bolivia doorloopt eveneens de provincie. Ezels, muilezels en lama’s worden bij tienduizenden als pak- en lastdieren gebruikt. In de oostelijke dalen wordt suikerriet verbouwd.
Er is schapen-, geiten- en runderteelt en maïsverbouw. Van de minerale productie, de voornaamste van alle Argentijnse provincies, is vooral die van zink, lood, tin, zilver, antimoon, goud, borax en zout (uit de Salinas) van belang.
(2) ook wel genoemd San Salvador de Jujuy, gelegen op 240 Z.Br. en 65° 30' W.L. v. Gr., is de hoofdstad van de gelijknamige Argentijnse provincie en heeft 20 000 inw. Zij is gelegen op de rechteroever van de Rio Grande, 1600 km ten N.N.W. van Buenos Aires en aan de spoorlijn van daar naar La Paz.