Byzantijns schrijver uit de 2 de helft van de 11de eeuw en de 1ste helft van de 12de eeuw, te Constantinopel geboren, was onder Alexius I Comnenus in staatsdienst, vestigde zich als monnik op de berg Athos. Hier schreef hij een algemene geschiedenis in 18 dln, meestal Annales of Chronicon genaamd (uitgegeven door Pinder, 2 dln, 1841 - 1844; dl 3 door Büttner-Wobst, 1897; en door Dindorf, 6 dln, 18681875).
Deze beschrijft de gebeurtenissen van de schepping tot 1118 n. Chr. en is belangrijk door zijn uittreksels uit verloren gegane gedeelten van de werken van Dio Cassius. Een voortzetting daarvan leverde Niketas Akominatos.