Nederlands schilder (Utrecht 1603-13N0V. 1671), was leerling van zijn vader, de glasschilder Herman van Bijlert, en van Abraham Bloemaert. Hij bezocht Frankrijk en Italië, kwam te Rome onder de invloed van Caravaggio en was in 1625 te Utrecht terug.
In 1630 werd hij lid van het St Lucasgilde aldaar, in 1632 deken en tussen 1654 en 1669 was hij meerdere malen deken en overman in het schilderscollege. Hij schilderde bijbelse- en mythologische taferelen, genrestukken en portretten. Het museum te Utrecht bezit verschillende werken van zijn hand.