Nederlands schilder (Amsterdam ged. 30 Jan. 1628 - na 1685), zoon van een uit Antwerpen afkomstige makelaar, was vermoedelijk een leerling van Jan Both. Na de dood van zijn vader (1652) deed hij 1653-1658 een reis door Zwitserland en Italië.
Omtrent zijn later leven is zeer weinig bekend; in 1658 en 1666/’67 wordt hij te Amsterdam vermeld. In zijn naturalistische Hollandse en Italiaanse boslandschappen toont hij zich een voortreffelijk meester van het tweede plan, die zich door zuidelijke opvattingen volkomen van zijn land- en tijdgenoten onderscheidt. Zijn werk is dikwijls door anderen, o.m. door Adriaan van de Velde en Johannes Lingelbach gestoffeerd. Het bekendst is van hem De essenlaan in het Rijksmuseum te Amsterdam. Zijn tekeningen van Zwitserse landschappen bevinden zich o.a. in de Nat. Bibliothek te Wenen (verz.
Laurentius van der Hem, zgn. Atlas-Blaeu).Lit.: C. Hofstede de Groot, Beschreibendes und kritisches Verzeichnis der hervorragendsten holl. Maler IX (1926); S. Stelling-Michaud, Unbekannte schweizer Landschaften aus dem XVII. Jahrhundert, Zeichnungen und Schilderungen van J. Hackaert usw. (Zürich 1937, met biogr.).