Indisch rechtsgeleerde en schrijver over Indisch recht (Paramaribo 14 Oct. 1852 - Monaco 13 Dec. 1025). Na zijn promotie te Leiden in 1874 ging hij als rechterlijk ambtenaar naar Oost-Indië en vervulde aldaar achtereenvolgens een reeks rechterlijke en administratieve betrekkingen.
In 1881 werd hij lid van de Raad van Justitie te Batavia, daarna secretaris van het Departement van Onderwijs, Eredienst en Nijverheid (1889), raadsheer in het Hooggerechtshof van Ned.-Indië (1894), Directeur van het Departement van Onderwijs, Eredienst en Nijverheid (1900). Hij heeft veel gedaan voor de maatschappelijke verheffing van de Indische bevolking en voor de verbetering van het onderwijs aan Indonesiërs.In verschillende tijdschriften verschenen van zijn hand artikelen, voornamelijk betrekking hebbende op de rechtstoestand der Indonesiërs, terwijl hij daaromtrent ook werken van grotere omvang het licht deed zien.
Over hem uitvoeriger: Encycl. van Ned.-Indië, dl VI.