Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Jacob HESSELS

betekenis & definitie

raadsheer te Gent (gest. Oct. 1578), was gehuwd met Jetse Hoytema, een nicht van Viglius.

De hertog van Alva benoemde hem in de Raad van Beroerten (Bloedraad, 1567). Viglius getuigt van hem, dat hij met nutteloze strengheid tegen de ketters optrad en men verhaalt (alhoewel daarvan nooit het bewijs werd geleverd), dat hij in de Raad van Beroerten gewoonlijk sliep en, bij de stemming ontwakend, half slapend uitriep: „Ad patibulum, ad patibulum” (aan de galg, aan de galg). Na 1574 werd hij lid van de Raad van Vlaanderen te Gent. Toen, in 1577, Hembyze* en Ryhove* het Calvinistisch bewind te Gent invoerden, werd Hessels gevangengenomen en in Oct. 1578 buiten de muren van Gent aan de galg opgeknoopt. Op 3 Oct. 1585, na de overgave van Gent aan de hertog van Parma, werd het stoffelijk overschot van Hessels naar de Sint-Michielskerk te Gent overgebracht.

< >