symbool Ir, atoomnr 77, atoomgew. 193,1, behoort tot de platinametalen uit de 8ste groep van het periodiek systeem. Het werd in 1803 door Tennant ontdekt in het residu dat ontstaat wanneer ruw platina wordt opgelost in koningswater.
De naam, afgeleid van iris, regenboog, heeft betrekking op de vele kleuren rood, groen, violet van de zouten. Iridium komt vnl. voor naast platina enosmium als platiniridium en osmiridium. Iridium is een zilverwit, zeer hard metaal met een zeer hoog sm.pt: 2350 gr. C., s.g. 22,42.Iridium wordt gebruikt, gelegeerd met platina, voor kroezen e.d., standaardgewichten en -meters, penpunten en electr. contactpunten, daar deze legering veel steviger en bestendiger is dan zuiver platina. Iridium is het kostbaarste van de platinametalen. Iridium wordt slechts aangegrepen door chloor bij hogere temperatuur, met zuurstof ontstaat bij 500-600 gr. een zwart oxyde IrO2, dat echter bij 1140 gr. weer ontleedt. Daarnaast is er een oxyde lr203. Het metaal is drie- en vierwaardig. Naast de chloriden IrCl4 en IrCl3 zijn er echter ook lagere chloriden IrCL en IrCl bekend, die ontstaan bij verhitting van de eerste.
Met fluor kan een vluchtig hexafluoride IrF0 ontstaan met een k.pt van 53 gr. Talrijke complexe verbindingen zijn bekend, zoals K2IrCl, en K3IrCla.
Lit.: Thorpe’s Dict. of Applied Chem 7, 26 (1946).