is een dikwandig glazen vat, voorzien van een deksel met een geslepen rand (zie fig.), dat in de scheikunde dient om stoffen te drogen en droog te bewaren. Daartoe worden de voorwerpen op een doorboorde plaat geplaatst, terwijl onderin een droogmiddel wordt geplaatst.
Ter versnelling van het droogproces kan vaak door middel van een kraan de (vacuum-) exsiccator worden geëvacueerd. Als droogmiddel wordt gebruik gemaakt van gesmolten, gekorreld calciumchloride, sterk zwavelzuur, of voor de meest intensieve droging van phosphorpentoxyde. In de laatste tijd zijn ook nieuwe droogmiddelen in gebruik gekomen, zoals drierite (watervrij calciumsulfaat) enanhydron (magnesiumperchloraat). Wenstmen, bijv. bij de bereiding van gekristalliseerd oxaalzuur, wel het aanhangende vocht weg te nemen, maar niet het kristalwater te onttrekken, dan kan men de stof „drogen” in een atmosfeer met een geschikt gekozen vochtigheidsgraad. Deze kan worden bereikt met zwavelzuur van verschillende concentratie of met verschillende kristalwaterhoudende zouten, zoals CaCl26H20, NaBr2HaO enz.