d.w.z. de voornaamste of plechtigste mis, meestal gezongen, op Zon- of feestdagen in openbare kerken. Wanneer daarbij de celebrant geassisteerd wordt door een diaken en een subdiaken, zegt men liefst:
plechtige hoogmis ; maakt.de celebrant gebruik van mijter en staf, dan zegt men: pontificale hoogmis. Vóór de hoogmis geschiedt ’s Zondags de besprenkeling der aanwezigen met wijwater onder het zingen van „Asperges me” of „Vidi aquam”, en na de hoogmis zingt men bij ons in de parochiekerken het gebed voor de koning of de koningin. Onder de hoogmis, na de zang van het evangelie, houdt de pastoor zijn preek tot de parochianen.