(Max Finlay), Duits scheikundige (Charlottenburg 28 Jan. 1880 Minneapolis Apr. 1941), leerling van Wilh. Ostwald, is één van de grondleggers van de moderne colloïdchemie.
Hij werkte van 1919 af aan het Kaiser Wilhelm Institut für Physik. Chemie te Berlijn-Dahlem en was van 1923 tot 1930 tevens hoogleraar aan de Universiteit en Technische Hogeschool aldaar. Daarna werkte hij van 1933 tot 1937 te Londen als gasthoogleraar en daarna als hoogleraar te Minneapolis (Minn.). Zijn talrijke onderzoekingen betreffen vnl. de colloïdchemie van de anorganische hydrophobe colloïden (z colloïdchemie), de uitvlokking, stromingsdubbelbreking en thixotropie.
Zijn Kapillarchemie was lange jaren het standaardwerk over de colloïdchemie.Bibi.: Über die Adsorption in Lösungen (1906); Kapillarchemie und Physiologie, later und Biologie, 3de dr. (1924); Kapillarchemie, 4de dr., 2 dln (Leipzig 1930-1932, ook in het Engels); Grundzüge der Kolloidlehre (1924); Fortschritte der Kolloidlehre (1926); Thixotropie (1935).