Zwitsers Romanist (Münchenbuchsee 23 Oct. 1854 - Thun 23 Jan. 1921), werd in 1882 hoogleraar in de Romaanse letterkunde te Bern, in 1889 te Zürich en in 1901 aan de academie voor sociale en handelswetenschappen te Frankfort a. d. Main.
Hij was een der grondleggers van het Franse dialectonderzoek en een wijdziend en scherp karakteriserend literairhistoricus.Bibl.:Die Wortstellung im altfranzösischen Rolandslied (1877); Poema de José (1883); Geschichte der neueren französischen Literatur (1898); Deutsche und Romane in der Schweiz (1901); Die romanischen Literaturen (1908); Geschichte der franz. Litt. im Zeitalter der Renaissance (2de dr. 1914); Aus Dichtung und Sprache der Romanen (1903 ; verz. verspr. opst., 3de dl, hrsg. v. E. Seifert, 1922, m. bibl.); 5de uitgave van Hettner's Geschichte der französischen Literatur ün 18. Jahrhundert (1894); Zur sprachlichen Gliederung Frankreichs (1911); Der Ursprung der provenzal. Schriftsprache (1912).
Lit.: E. Lommatzsch, in: Arch. f. d. Stud. d. neueren Spr. (1922), blz. 78; G. Rohlfs, in: Ztschr. f. rom. Phil. XLI (1921).
