departement in het Z.W. van Frankrijk, gevormd uit een deel van Gascogne. Het departement is bergachtig en rijk aan* natuurschoon, want het strekt zich uit tot de centrale kam der Pyreneeën en bevat de hoogste toppen van dit gebergte op Franse bodem (Vignemale 3298 m, Marboré 3253 m).
De oppervlakte bedraagt 4533 km2, het bevolkingscijfer (1946): 21 o 954 inw., d.i. 44 per km2 (in 1866: 53 per km2). Hoofdplaats is Tarbes. De belangrijkste rivieren in het departement zijn de Adour, de Neste en de Gave de Pau. Door de grote bossen in het gebergte is er houthandel ontstaan en vindt men er zagerijen. Voorts is er veeteelt en in de vlakte om Tarbes belangrijke paardenfokkerij, alsmede verbouw van maïs, tabak en wijnbouw. Het departement bezit belangrijke leisteengroeven, alsmede marmergroeven.
Een bekende bedevaartplaats is Lourdes. Badplaatsen met minerale bronnen en toeristenverkeer zijn: Argelès-Gazost, Bagnèresde-Bigorre, Gauterets en Saint-Sauveur-les-Bains.
