Habitus
[zie habijt) uiterlijke gedaante, vóórkomen, houding; gedrag; aard van het lichaam.
Veerman (1954)
Lat. Houding, uiterlijke verschijning. Vakterm in geneesk. en biol. de h. van een organisme wordt bepaald door erfelijke aanleg en uitwendige omstandigheden.
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: