Wat is de betekenis van Habitus?

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Habitus

[zie habijt) uiterlijke gedaante, vóórkomen, houding; gedrag; aard van het lichaam.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Habitus

gedrag; uiterlijke gedaante

2024-04-26
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

habitus

(L.,), gestalte, uiterlijke vorm van individu; ook: gedrag.

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

habitus

uiterlike gedaante.

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Habitus

voorkomen, houding, lichaamsgesteldheid, dracht

2024-04-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Habitus

Lat. Houding, uiterlijke verschijning. Vakterm in geneesk. en biol. de h. van een organisme wordt bepaald door erfelijke aanleg en uitwendige omstandigheden.

2024-04-26
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Habitus

constitutietype, biotype, zie aldaar.

2024-04-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Habitus

habitus.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Habitus

gewoonte, houding.