Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

GROEICURVEN

betekenis & definitie

Bij de statistische bewerking van groeiverschijnselen maakt men gebruik van krommen die de groei in beeld brengen. Het is in principe onjuist om daarbij gebruik te maken van de absolute waarden van gewicht of afmeting en deze tegen de tijd af te zetten.

Immers groei is te vergelijken met samengestelde interest. Hetgeen er bij gegroeid is, groeit zelf weer mee. Bovendien betekent voor een kind dat 5 kg weegt een vermeerdering met 1 kg veel meer dan voor een kind dat 50 kg weegt.Men behoort dan ook i.p.v. de absolute waarden de logarithmen van die waarden tegen de tijd af te zetten. Wanneer wij bij de groei van kinderen de absolute waarden gebruiken, krijgen wij de indruk dat de groei gelijkmatig voortschrijdt om tussen 16 en 18 jaar vrij plotseling op te houden. Passen wij de logarithmen toe, dan zien wij dat de groei vanaf de geboorte geleidelijkaan minder wordt en dat dit proces van vertraging tussen 16 en 18 jaar slechts weinig toeneemt om in de stabiele phase over te gaan.

Bij het vervaardigen van logarithmische curven kan men op gewoon millimeterpapier de logarithmen afzetten of men kan op logarithme-papier de absolute waarden afzetten. De laatste methode is het meest efficiënt.

De groeicurve leert ons ook periodieke schommelingen kennen, maar het is waarschijnlijk dat deze door het milieu veroorzaakt worden.

DR A. DE FROE

< >