Italiaans taalkundige (Gorizia 16 Juli 1829 - Milaan 21 Jan. 1907), alom erkend als de grootste autoriteit op het gebied der Italiaanse linguistiek. Hij studeerde aanvankelijk Oosterse talen, was reeds op jeugdige leeftijd lid van onderscheiden geleerde genootschappen, publiceerde sedert 1854 Studi orientali e linguistici over belangrijke vraagstukken betreffende de Indogermaanse talen en werd in 1861 hoogleraar voor vergelijkende taalstudie te Milaan.
Hij hield voorlezingen over vergelijkende taalstudie betreffende het Sanskrit, de Indo-Germaanse en de Romaanse talen. De volgende jaren deed Ascoli vele nieuwe ontdekkingen op het gebied der klankleer, tevens steeg zijn faam als een der beste Romanisten. Tot zijn hoofdwerken behoren de Fonologia comparata del sanscrito, del greco e del latino, de Studi critici en de Lettere glottologiche. Zijn blijvende roem is echter gelegen in de stichting (1873) van het Archivio glottologico italiano, waarin hij als eerste deel zijn Saggi ladini publiceerde en dat onder zijn leiding geworden is tot het grote orgaan van originele studie op het gebied der Italiaanse dialecten.MR H. VAN DEN BERGH
Lit.: P. E. Guarnerio, in: Rivista di filol. e istr. class., XXXV, p. 246 vlg.; Silloge linguistica dedicata alla memoria di G. I. Ascoli (Torino 1929).