Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KLANKLEER

betekenis & definitie

noemt men het onderdeel van de taalstudie, dat zich bezighoudt met de studie van de spraakklanken of klanken, voortgebracht door de spraakorganen van de mens.

Zij kan zich bepalen tot de studie van de physische en physiologische factoren, die een rol spelen bij het voortbrengen van deze klanken in het algemeen of in een bepaalde taal; zij is dan enkel beschrijvend en haar arbeidsveld is een gegeven taal op een gegeven tijdstip. Deze beschrijvende klankleer heeft zich tot een afzonderlijke experimentele wetenschap ontwikkeld en wordt fonetiek geheten. De klankleer kan zich ook rekenschap geven van de veranderingen, die in elke taal de klanken in de loop der eeuwen ondergaan: zij tracht de wetten van deze ontwikkeling op te sporen. Dan is het haar taak te verklaren hoe bijv. uit een Germaanse vorm gaiti konden voortkomen het Nederlands geit, het Hoogduits Geisz, het Engels goat, het Deens ged. In dit geval spreekt men van historische klankleer. Zie ook phonologie.

PROF. DR L. GROOTAERS.

< >