Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

GLYCOLEN

betekenis & definitie

zijn verbindingen, die tweemaal de hydroxyl (OH) groep in het molecule bevatten. De eenvoudigste, methyleenglycol H2C(OH2, is niet bestendig, maar splitst water af en gaat in formaldehyde over.

De volgende term is aethyleenglycol, gewoonlijk kortweg glycol genoemd en bereid door aan aethyleenoxyde (z aethyleen) water te adderen. Het vindt toepassing als een anti-vries-middel in automobielen en als oplosmiddel en ter regulering van de vochtigheidsgraad (air conditioning). Addeert men aan aethyleenoxyde alkoholen zo verkrijgt mende „Cellosolves”, bijv. methylcellosolve CH2OH.CH2OCH, door de additie van methylalkohol. Deze cellosolves zijn dus halfzijdige aethers van aethyleenglycol en worden gebruikt als oplosmiddelen voor lakken en vernissen.

Propyleenglycol CH3.CHOH.CH2OH wordt bereid uit propyleen (een bestanddeel van petroleumgas), terwijl trimethyleenglycol of 1.3propaandiol k.pt 214 gr. C. door gisting van glycerine verkregen kan worden. Bij verstuiving van hogere glycolen blijkt het bacteriegehalte van de lucht af te nemen, waarschijnlijk doordat de kiemen met het stof worden neergeslagen.

< >