Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

GLOZEL

betekenis & definitie

eigenlijk Le Closet, gehucht in de Franse gemeente Ferrières-sur-Sichon, departement Allier, op 20 km Z.O. van Vichy, is bekend geworden door verschillende praehistorische vondsten op de aldaar gelegen akkers van de boer Emile Fradin. Deze deed op 1 Mrt 1924 de eerste vondst; de opgravingen werden 1925-1927 voortgezet door de dilettant-archaeoloog dr A.

Morlet. Onder de gevonden voorwerpen waren er verschillende met alphabetachtige tekens. De echtheid van deze vondsten werd betwist, o.a. door Vayson en Dussaud, daarentegen door anderen hartstochtelijk verdedigd, zelfs door geleerden als Salomon Reinach, die deze vondsten rekenden tot de overgang van het palaeolithicum tot het neolithicum. Op het in 1927 te Amsterdam gehouden internationale anthropologencongres werd op voorstel van H.

Begouen besloten een internationale commissie van 9 leden te benoemen, die nog in hetzelfde jaar een onderzoek ter plaatse instelde (5-7 Nov.) en daarna unaniem vaststelde, dat men hier met een reeks van ingenieuze vervalsingen te doen had.M. Champion, die de gevonden voorwerpen chemisch onderzocht, kwam tot hetzelfde resultaat. Deze afloop van de affaire-Glozel verhinderde niet, dat verschillenden in de echtheid der vondsten bleven geloven, o.a. de emeritus-hoogleraar D. E. J. Völter uit Amsterdam; zelfs heeft een door de Franse regering in 1928 ingestelde internationale commissie van 12 leden, o.w. politie-experts, tot de echtheid der vondsten geconcludeerd.

Lit.: vóór: A. Morlet en E. Fradin, Nouvelle station néo-lithique (4 dln, Vichy 1925-27); A. Morlet, La civilisation glozélienne hors de G. (Paris 1928); S.

Reinach, G., la découverte, la controverse, les enseignements (Paris 1928); Idem, Ephémerides de G. (Paris 1928); D. E. J. Völter, G. und die Einwanderung von Semiten im Dep.

Allier um 700 v. Chr. (Strassburg 1929); Idem, Die Inschriften von G. Eine Auseinandersetzung mit Dr Morlet (Strassburg 1930); A. Morlet, Petit historique de l’affaire G. (Paris 1932).

Tegen: H. Begouen, Quelques réflexions sur G. (Toulouse 1927); R. Dussaud, Autour des inscriptions de G. O927); R.

Vayson de Pendeuve, L’affaire G. (1928); R. Benjamin, G. val Ion des morts et des savants (1928). Rapport v. d. Commissie: Fouillesde G. (2 dln, 1928, ook in: Revue anthropologique, 1927, no 10-12), rapport v.

M. Champion ald. 1928.no 1-3; proces Fradin-Dussaud, in: Buil. de la Soc. préhist. frang. 1932. Ned. verh.: I. J.

Brugmans, De opgravingen bij G., in: Onze aarde (1928); N. B. Tenhaeff, Het raadsel v. G. opgelost, in: Tijdschr. v. gesch.

XLIII (1928); A. J. P. v. d. Broek, G., in: Vragen des tijds LV (1929), II.

< >