is een donkergroen mineraal, dat vroeger beschouwd werd amorph te zijn, maar waarvan d.m.v. röntgenstralen is aangetoond, dat het nagenoeg dezelfde kristalstructuur bezit als de mica’s. Het werd en wordt op de bodem van sommige zeeën gevormd.
De scheikundige samenstelling is Fe2[Si4O10.2OH]2K(OH). Het is een karakteristiek bestanddeel van terrigene afzettingen en wordt vooral langs steile kusten gevormd, waarin geen grote rivieren uitmonden. De zeediepte bedraagt gewoonlijk minder dan 2000 m. In aardlagen komt glauconiet veel voor, bijv. in het midden-miocene zand bij Neede, in het onderoligocene groenzand bij Ootmarsum en in het groenzand van Vaals, dat tot het onder-senoon (krijtformatie) behoort.