een der meest vermaarde Portugese dichters (waarschijnlijk Guimaràes 1465 - Lissabon 1537), is de stichter van het Portugese toneel geweest. Zijn dichterlijk talent openbaarde zich in 1502, bij de geboorte van de latere koning Joâo III.
Hij schreef toen zijn Monólogo do vaqueiro (of da visitaçào). In 34 jaar schreef hij 44 stukken, nl. 16 in het Portugees, 11 in het Spaans en 17 in de beide talen. Bijna al zijn werken worden „Autos” genoemd en zij hebben betrekking op mensen en gewoonten van hun tijd, waarbij de schrijver groten noch machtigen spaarde met zijn bijtende satire. Hij was een scheppend genie en een groot criticus. Geholpen door zijn dochter Paula heeft hij in zijn laatste vier levensjaren zijn werken gerangschikt, die eerst in 1562 in 5 dln het licht zagen.Bibl.: Auto de Mofina Mendes; Pastoril Português; Feira; Alma; Barca do Inferno; Barca do Purgatório; História de Deus; Ressureigao; Cananêa; Exortagao da guerra; Cortes de Jupiter; Serra da Estrêla; Romagem de Agravados; Velho da Horta; Almocreves; Clérigo da Beira. (In Port. en Spaans): Auto da Fé; Auto da Festa; Rubêna; Coimbra; Nau de Amores; Frégoa de amor; Templo de Apolo; Triunfo de inverno; Quem tem farelos?; India; Fama; Fadas; Inez Pereira; Juiz da Beira; Lusitania; Fisicos; Floresta de Enganos (volgens sommigen het laatste werk dat van zijn hand verscheen). Obras, uitg. d. J. Mendes dos Remédios, 3 dln (Coimbra 1907-’14), d. T. Braga, 6 dln (Lisboa 1942-’44).
Lit.: A. F. G. Bell, G. V. (London 1921); C. M. de Vasconcellos, Notas Vicentinas, 4 dln (Coimbra 1912-’22, herdr. 6 dln Porto 1942 e.v.); A.
J. Savaira, G. V. e o fim do teatro medieval (Lisboa 1943); A. Braamcamp Freire (Porto 1947).