worden die stollingsgesteenten genoemd, die als gang optreden; hun structuur is gewoonlijk porfierisch. Aangezien de afkoeling gewoonlijk snel geschiedt, is er dikwijls geen tijd voor een rustige uitkristallisatie, zodat ganggesteenten dikwijls halfkristallijn zijn, d.w.z. gedeeltelijk uit kristallen, gedeeltelijk uit gesteenteglas bestaan.
Scheikundig bezitten ganggesteenten veelal dezelfde samenstelling als de dieptegesteenten, waartoe zij behoren. Daarnaast zijn echter ganggesteenten bekend, die zuurder, resp. basischer zijn dan het bijbehorende dieptegesteente, hetgeen aan magmatische differentiatie wordt toegeschreven. Zulke zure ganggesteenten heten aplieten, terwijl de basische lamprofieren genoemd worden. Zure ganggesteenten, die uit grote kristallen bestaan, heten pegmatieten.