is de Oudindische naam voor de vlakte van Peshawar, waar als gevolg van de tocht van Alexander de Grote, onder sterk Hellenistische invloed een kunst is ontstaan, naar het district Gandhara-kunst geheten (van 100 voor tot ca 500 na Chr.). Daar treffen we ook het eerste Boeddhabeeld aan, dat verder met de Boeddhisten over gans Oost-Azië verspreid werd.
Toch heeft deze Graeco-boeddhistische kunst nooit voldoende kracht gehad om heel de Indische kunstwereld blijvend te beroeren, laat staan blijvend te beïnvloeden.Lit.: A. Foucher, L’art gréco-bouddhique du Gandhara, (2 dln Paris 1905-1918); A. Grünwedel, Buddh. Kunst in Indien (2 Aufl.
Berlin 1920); E. Waldschmidt, Gandhara, Kutscha, Turgau (Leipzig 1925); W. Cohn, Buddha in der Kunst des Ostens (Leipzig 1925); J. E. v.
Lohuizen-De Leeuw, The „Scythian” period (Leiden 1949).