Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 07-02-2022

Friedrich DREXEL

betekenis & definitie

Duits archaeoloog (29 Aug. 1885 -8 Febr. 1930), studeerde archaeologie en klassieke filologie vnl. te Bonn, waar hij in 1909 bij Georg Loeschke promoveerde op een dissertatie over Alexandrijns zilveren vaatwerk; daarna werd hij verbonden aan de Rijkscommissie voor de Limes en later aan het instituut voor RomeinsGermaanse archaeologie te Frankfort; in 1924 werd hij tot directeur van deze instelling benoemd en tegelijkertijd tot honorair hoogleraar aan de universiteit. Behalve een bibliografisch werk over Pompeji, hebben bijna al zijn onderzoekingen betrekking op de Romeins-Germaanse archaeologie; de betekenis van deze studiën berust voor een groot deel op het vermogen van Drexel om geestelijke waarden in de voorwerpen, die hij beprak, te ontdekken.

Als ambtenaar aan het Instituut te Frankfort heeft hij een zeer grote invloed gehad als raadgever voor anderen en als de persoon, die belangrijke onderzoekingen wist te laten ondernemen en tot een goed einde te laten brengen.

< >