Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Frederic winslow taylor

betekenis & definitie

Amerikaans ingenieur (Germantown 20 Mrt 1856 - Philadelphia 3 Mrt 1915), was de grondlegger van de wetenschappelijke bedrijfsorganisatie.

Toen hij in verband met zijn slechte ogen zijn studie voor advocaat moest onderbreken, ging hij als arbeider werken. Bij de Midvale Steel Company bracht hij het in acht jaar tijd van hulparbeider via tijdschrijver, draaier, baas, assistent-bedrijfsleider tot hoofdingenieur. In zijn avonduren behaalde hij het diploma van werktuigbouwkundig ingenieur. In 1889 ging hij naar de Bethlehem Steel Company, waarna hij zich als adviseur vestigde.

Taylor werd bekend door:

1. de wetenschappelijke wijze, waarop hij bedrijfsproblemen oploste;
2. technische verbeteringen;
3. zijn analyse van de taak der bazen;
4. taakstelling aan de arbeiders, waarbij hij gebruik maakte van tijdstudies.
1. Bij alle problemen die Taylor bestudeerde, paste hij een wetenschappelijke methode toe, d.w.z. na zorgvuldig vastleggen van alle gegevens werd een analyse gemaakt van de beïnvloedende factoren, waarna op grond van het hierdoor verkregen inzicht conclusies werden geformuleerd.
2. Voorbeelden van wetenschappelijke aanpak van de problemen vinden we op technisch terrein, waarbij hij normen opstelde voor de vorm van schoppen, afhankelijk van het materiaal, dat geschept moet worden, voorschriften opstelde voor het gebruik van drijfriemen en samen met White het sneldraaistaal ontwikkelde.
3. Bij het analyseren van de werkzaamheden van de bazen kwam Taylor tot de conclusie, dat deze taak voor één man te zwaar is. Hij splitste deze taak daarom in acht taken, die hij door afzonderlijke functionarissen liet uitvoeren. Iedere arbeider kreeg daardoor als het ware acht „bazen”. Dit principe noemt men de functionele taakverdeling.
4. Taylor ontdekte reeds spoedig, dat de arbeiders veel minder presteerden dan zij konden. Hij stelde zich ten doel tot een zodanige taakstelling te komen, dat de arbeiders bij het verrichten van een redelijke dagtaak hogere lonen konden verdienen bij een lagere kostprijs der producten.

Taylor ondervond aanvankelijk veel verzet, omdat hij de productieverhoging wilde bereiken door de tijden, die voor de verschillende taken werden toegestaan, te verlagen door disciplinaire maatregelen, boeten, enz. Later realiseerde hij zich, dat een betere oplossing was te bereiken door van tevoren nauwkeurig te bepalen hoe lang een bepaalde taak mag duren. Om dit te doen, maakte hij met een stophorloge tijdstudies van het werk en legde daarbij vast welke werkmethode gevolgd moest worden.

Vooral in de jaren ’30 heeft het begrip „Taylorsysteem” een zeer slechte klank gekregen, doordat navolgers van Taylor wel door middel van tijdstudies normen vaststelden, maar bij het invoeren van de hiermee bepaalde tarieven de selectie, de instructie en het handhaven van de arbeidsomstandigheden achterwege lieten. De terecht hierop geuite critiek betreft in wezen dus niet Taylor zelf, doch de wijze waarop hij werd nagevolgd.

DR IR M. G. VDO

Bibl.: APiece-Rate System (1895); Shop Management (1903); Principles of Scientific Management (1911).

Lit.: Th. v. d. Waerden, Het T. systeem, 4de dr. (1917); J. v. Ginneken, Zielkunde en T. systeem, rede (Amsterdam 1918, herdr. 1920); A. H. Golijn, Het T. systeem, diss. Amsterdam (1919); P Olive, Le système T., diss. Paris (1919); H. J. F. W. Brugmans, De organisatie v. d. arbeid: het T. systeem en de psychotechniek (Groningen 1923, Meded. v. d. Dr Bos-Stichting, 6); F. B. Gopley, F. W. T., Father of the Scientific Management (1923); I. M. Witte, F. W. T. der Vater der wissenschaftlichen Betriebsführung (1928); G. Friedmann, Problèmes humains du méchanisme industriel (1946).

< >