graaf, Frans schrijver en politicus (Angers 7 Mei 1811 6 Jan. 1886), werd in 1846 legitimistisch afgevaardigde in de Kamer, waarin hij voor vrijheid van het R.K. onderwijs ijverde. In Febr. 1848 erkende hij het Voorlopig Bewind.
In de Constituerende Vergadering stelde hij de opheffing van de „ateliers nationaux” voor, welke maatregel de bloedige Juni-opstand tot gevolg had. Toen Lodewijk Napoleon in Dec. 1848 de presidentszetel beklommen had, werd Falloux belast met de portefeuille van Onderwijs, en leverde hij het ontwerp ener schoolwet in, die een overwegende invloed verzekerde aan de geestelijkheid {loi Falloux van 1850). Hij verzette zich tegen de staatsgreep van 1851. In 1871 weigerde hij in de Nationale Vergadering zitting te nemen, maar wel trachtte hij in 1872 een verzoening tussen de graaf van Chambord en het Huis Orleans tot stand te brengen.Bibl.: Histoire de Louis XVI (1840); Histoire de Saint Pie V (1844); Le parti catholique, ce qu’il a été, ce qu’il est devenu (1856); Madame Swetchine,sa vieetses oeuvres (1859); La question italienne (1860); La convention du 15 septembre (1864); Augustin Cochin (1875). Zijn gedenkschriften verschenen na zijn dood onder de titel: Mémoires d’un royaliste (3 dln, 1887-1925).
Lit.: E. Veuillot, Le comte de F. et ses mémoires (1888); Dorlisheim, Le comte de F. (1904) ;H. Michel, La loi-F. (1906).