Frans schrijver (Parijs 16 Aug. 1644-2 Oct. 1724), tevens wereldgeestelijke, ontving van zijn moeder, een zeer wereldse vrouw, een verwijfde opvoeding; zij kleedde hem als meisje en tooide hem met sieraden. Zelfs heel veel later verwisselde hij soms nog de soutane tegen vrouwenkleding.
Hij vergezelde de kardinaal de Bouillon naar Rome en ging met een Frans gezantschap mee naar Siam. Hij werd lid van de Académie française in 1687 en richtte in 1692 een soort Académie op, historisch en critisch georiënteerd. Zijn Vie de Salomon is een nauwelijks vermomde lofzang op Lodewijk XIV. Na zijn dood verscheen een licencieuze roman, die men aan hem toeschreef: Histoire de la Comtesse de Barres ( 1736) die de avonturen vertelt van de abbé de Choisy in vrouwenkleding.Bibl.: Journal du voyage de Siam (1687, herdr. met uitvoerige studie door Maurice Garçon, Paris 1930); Vie de Madame de Miramion (1706); Journal de l’Académie françoise (gedrukt 1754); Mémoires (1727, 2 dln); Aventures de l’abbé de Choisy déguisé en femme, suivies des Mémoires de Frontin et de Trop tard, par le comte de Grammont (Paris 1923); Charles Perrault et l’abbé de Choisy; Histoire de la Marquise — Marquis de Banneville (Paris 1928). Bloemlezing: Inédits et belles pages de l’abbé de Ch., met inl. v. Jean Mélia (Paris 1922).
Lit.: Desnoiresterres, Epicuriens et lettrés, XVIIe et XVIIIe siècles: (o.a.) l’abbé de Choisy (1879); J Mélia, L’Etrange existence de l’abbé de Ch., de l’Ac. française (Paris 1921); L. M. J. Vinceneux, Etude de psycho-pathologie historique.
Les Ambigus. L’Abbé de Choisy, med. diss. (Paris 1930).
