of wervelstromen noemt men electrische stromen, die door inductie in metaalmassa’s opgewekt worden en zich in gesloten banen binnen die massa’s bewegen. Zo treden deze stromen op in de ankers en polen van electrische machines.
Het verschijnsel gaat gepaard met verliezen, daar de electrische energie, die de stromen van Foucault vertegenwoordigen, geheel in warmte wordt omgezet. Hierdoor werken zij ook nog daarom schadelijk, doordat het koelhouden der machines wordt bemoeilijkt en zodoende een sterkere ventilatie en dus een ruimere bouw der machines noodzakelijk wordt.Samen met de hysteresisverliezen (z hysteresis) vormen zij de zgn. ijzerverliezen, die een belangrijk deel van de totale verliezen van de electrische machines uitmaken en dus het rendement van die machines zeer ongunstig beïnvloeden. Men tracht daarom de grootte dezer wervelstroomverliezen zoveel doenlijk te beperken en doet dit door de ijzermassa’s van het anker en vaak ook van de polen niet uit één stuk te vervaardigen, doch deze uit dunne schijfjes (lamellen) op te bouwen, waardoor de weerstand, die de wervelstromen ondervinden, aanzienlijk verhoogd wordt en dus ook de verliezen aanmerkelijk verminderen. Bij ijzer, opgebouwd uit lamellen, zijn de verhezen evenredig met de tweede macht van de dikte der lamellen.
Een nuttig gebruik van de stromen van Foucault wordt gemaakt bij de bereiding van electrostaal (z electrische oven). Daarbij worden in de ruwe ijzermassa’s opzettelijk zulke hoge wervelstromen door inductie opgewekt, dat het ijzer tot smelten wordt gebracht (inductieoven).
