resorcinephthaleïne, C20H12O5, is een rood poeder, dat oplosbaar is in water en aether. Het vertoont in alkalische oplossing sterke geelgroene fluorescentie.
De oplossing, met behulp van natriumbicarbonaat bereid, wordt in de oogheelkunde gebruikt. Voorts wordt wel, bij twijfel aan schijndood, een 10 pct oplossing ingespoten; bij nog bestaande circulatie, wanneer dus de dood nog niet is ingetreden, kleurt zich het lichaam groengeel.Fluoresceïne ontstaat, wanneer men phthaalzuuranhydride met resorcine en eventueel wat sterk zwavelzuur verhit. Van de geelgroene weerschijn der verdunde alkalische oplossing wordt ook bij natuurkundeproeven gebruik gemaakt om de loop van lichtstralen in water te demonstreren. De fluorescentie is zo intensief (nog bemerkbaar bij 1 deel op 40 millioen), dat fluoresceïne wel gebruikt is om na te gaan, waar rivieren, die in kalksteengebergten in de grond verdwijnen, weer aan de oppervlakte komen. Fluoresceïne zelf verft slechts zwak geel; zijn tetrabroomderivaat echter, eosine, dat ook sterk fluoresceert, verft bijv. zijde rose met groene weerschijn.
