is een gemeente in de Belgische prov. Luik, op kalk- en leembodem (380 ha, 248 m hoog).
Er zijn steenkolenmijnen, metaalfabrieken, landbouw en voedingsindustrie. Inw. (1948): 3668. Eertijds hing Fléron af van de Luikse prinsbisschoppen en het hof van Jupille, behalve de „voogdij Fléron”, die in 982 door keizer Otto II was toegekend aan de O.L.V.-kerk te Aken, wat in de 17de eeuw heel wat betwistingen veroorzaakte. De kerk bezit een merkwaardig meubilair. Het fort behoort tot de Maasgordel bij Luik. In 1914 werd de gemeente erg geteisterd door het Duitse leger.