Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

FLÄMING

betekenis & definitie

een zandige onvruchtbare landrug in het Noordduitse laagland, ten O. van de Elbe ongeveer tussen Wittenberg, Belzig, Jüterborg en Dahme, vormt de waterscheiding tussen de zijrivieren van de Elbe en van de Havel. Men onderscheidt de westelijke Hoge (tot 201 m) en oostelijke Lage (tot 178 m) Fläming. In het zuidelijk deel bij Wittenberg vindt men bruinkool; op de zuidelijke randbergen bij Jessen is enige wijnbouw.

Zijn naam ontving de Fläming naar de Vlaamse kolonisten, die Albrecht de Beer, markgraaf van Brandenburg, in het land riep.

< >