(Fr. fantôme = zinsbegoocheling, spook, schim) noemt men een model van het vrouwelijk bekken, dat bij het onderwijs in de verloskunde wordt gebruikt. Bij het onderricht in de neusen keelheelkunde gebruikt men een fantoom van de neuskeelholte en het strottenhoofd.
Een fantoomgezwel is een schijngezwel, ontstaan door een abnormale spanning van een deel van de buikspieren. Ook spreekt men van fantoomgezwel als de buik van hysterische vrouwen door de opblazing van darmlissen dusdanig is opgezet dat de schijn van zwangerschap wordt gewekt.
Fantoompijn is pijn, die men voelt in een geamputeerd lichaamsdeel bijv. hand of voet; zij wordt soms veroorzaakt door een woekering van de gevoelszenuwen in de amputatiestomp (amputatieneuroom) en verdwijnt dan na verwijdering van het neuroom; er kunnen echter ook andere oorzaken zijn, die een ingrijpender behandeling nodig maken. _