vorm van bewegingskunst, aangegeven door dr Rudolf Steiner*, uitgewerkt onder leiding van Marie Steiner-von Sivers, in samenhang met het gehele Anthroposofische streven (z anthropos, anthroposofie) aan het Goetheanum, in Dornach (Zwitserland). Eurhythmie onderscheidt zich van andere vormen van bewegingskunst, danskunst en pantomimische kunst, doordat de te maken bewegingen volgens dezelfde wetten ontstaan ab de gesproken klanken of de muzikale tonen.
Aan iedere klank of toon ligt een bepaalde bewegingstendens van het strottenhoofd en de daarmee samenhangende spraakorganen ten grondslag. (Men denke voor de verhouding van klank en vorm aan de bekende klankfiguren van Chladni*.) Deze bewegingstendens wordt bij het spreken of zingen niet verder doorgevoerd, maar komt, in gemetamorfoseerde vorm, in de klank of toon te voorschijn. Langs de weg van de „zinnelijk-bovenzinnelijke waarneming” (in de geest van Goethe) was het Rudolf Steiner mogelijk de hier bedoelde bewegingstendens aan het menselijk organisme, in het bijzonder aan het strottenhoofd, af te lezen. Hoewel de eurhythmbche bewegingen een wetmatige grondslag hebben, is de uitvoerende evenzeer vrij in de uitoefening van zijn kunst, als de musicus dit is bij het spelen van een bepaald muziekwerk. Eurhythmie wordt door enkele personen of door bepaalde groepen uitgevoerd. Men onderscheidt klank- en toon-eurhythmie, waarbij resp. dichtwerken en muziekstukken worden vertolkt. Waar bij de eurhythmie het menselijk lichaam zelf tot instrument wordt en de verborgen wetten van de klank- en toonvorming zichtbaar maakt, kan men spreken van: „eurhythmie als zichtbare spraak en zichtbaar gezang”.Behalve de bewegingen zijn ook de rhythmen en de gelopen vormen van betekenis voor de vertolking van gedicht of muziekstuk. De uitvoerenden dragen witte of kleurige gewaden en sluiers, in overeenstemming met de te vertolken werken. Ook aan een passende, telkens wisselende belichting wordt grote waarde gehecht. De declamatie van de te vertolken dichtwerken onderscheidt zich van andere vormen van declamatie, doordat niet een gevoel volle weergave van de proza-inhoud van de gedichten wordt nagestreefd, maar uitgegaan wordt van de innerlijke betekenis van klank, rhythme en maat. Eurhythmie-voorstellingen zijn sinds 1920 geregeld gegeven, zowel in het Goetheanum, als ook in vrijwel alle hoofdsteden van Europa. Cursussen vinden geregeld plaats. Naast de Kunsteurhythmie verdient de zgn. Heil-eurhythmie afzonderlijk vermelding. Zij is gebouwd op dezelfde grondslagen, maar wordt in de geneeskunde voor therapeutische doeleinden gebruikt. Bovendien bestaat de paedagogische Eurhythmie, die men als een „bezield turnen” (R. St.) zou kunnen beschouwen.
DR F. W. ZEYLMANS VAN EMMICHOVEN