Frans geestelijke en kanselredenaar (Pernes bij Carpentras 10 juni 1632 - Montpellier 16 Febr. 1710), doceerde te Narbonne, werd vervolgens gouverneur bij de Caumartin, kwam geregeld in het Hôtel de Rambouillet, vergezelde de zoon van de Caumartin in 1665 naar de zgn. Grands Jours d’Auvergne, die in Clermont gehouden werden, en werd ten slotte in 1687 bisschop van Nîmes.
Van zijn talrijke lijkreden zijn vooral bekend geworden die van Mme de Montausier (1672), van Turenne (1676), door Mme de Sévigné nog gesteld boven die van Mascaron op dezelfde, van Lamoignon (1679), van de hertog de Montausier (1690). Hij heeft iets verfijnds in zijn stijl, gesproken zowel als geschreven, dat herinnert aan de précieuses, met wie hij omging. Zijn Mémoires behoren tot de weinige geschriften, die ons inlichten omtrent het leven buiten Parijs, „en province”, in de 17de eeuw.DR G. G. ELLERBROEK
Bibl.: Vie de Théodose le Grand (1697) ; Histoire du Cardinal Ximenès (1693, 2 dln) ; Panégyriques des Saints (1690); Oraisons funèbres (1705; herdr. 1716); Sermons de Morale prêchés devant le roi (1713, 3 dln); Lettres choisies (1711); Œuvres posthumes (1712); Œuvres complètes, p.p. l’abbé Ducreux (Nîmes 1782, 10 dln); Mémoires sur les Grands Jours d’Auvergne, p.p. Gonod (1844, Mémoires— tenues à Clermont), p. p. Cheruel (1856).
Lit.: A. Delacroix, Hist. de F. (Nîmes 1865; 2de dr. 1867); A. Fahre, La jeunesse de F. (1882); Idem, F. orateur (1886); Idem, De la correspondance de F. avec Mme Des Houlières et sa fille (1871); A. Wassermann, Der Stil der Predigten F.’s (Frankfurt a. M. 1930); Mgr Grente, F. (1934); M. Langlois, Quel est l’auteur des Grands Jours d’Auvergne? in: Rev. d. deux Mondes, 15 Aug. 1937.
