’eli'ezer, „mijn God is hulp”. 1. Abrahams vertrouwde knecht, volgens Gen. 15 : 2.
Deze tekst is waarschijnlijk te lezen en te vertalen als volgt: „En de erfgenaam van mijn bezit is de Damascener Eliëzer”. 2. De jongere zoon van Mozes en Zippora volgens Exod. 18:4. 3. Een profeet ten tijde van koning Josaphat (873/2849/8), volgens II Kron. 20 : 37.