Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Edvard GRIEG

betekenis & definitie

(Hagerup), Noors Componist (Bergen 15 Juni I843 - 4 Sept. 1907). Ontving de eerste muzieklessen van zijn moeder, bezocht in 1858 het conservatorium te Leipzig, werd in 1868 benoemd tot dirigent van het philharmonisch orkest te Oslo, trad als gastdirigent en solist ook in het buitenland op met eigen werken, terwijl ook zijn vrouw, een begaafde zangeres, een uitnemende propagandiste was van zijn werken.

In 1885 trok hij zich terug op zijn landgoed Troldhaugen bij Bergen, zich geheel wijdend aan componeren, slechts onderbroken door concertreizen. In korte lyrische stukken en in liederen heeft Grieg de mooiste facetten van zijn talent getoond, waaraan Noorse folkloristische motieven vaak een bijzondere charme verlenen.

Werken: Gr. schreef toneelmuziek bij ,,Peer Gynt” en bij „Sigurd Jorsalfar”; een pianoconcert; Holberg-suite, twee elegieën en andere kleinere stukken voor strijkorkest; een strijkkwartet, 3 vioolsonates, een cellosonate; een pianosonate en talloze kleinere werken voor piano, de meeste hiervan verzameld in io bundels met lyrische stukken; enige koren, liederen met orkest en 125 liederen.

Lit.: G. Schjelderup en W. Niemann, Grieg (1908); H. Stein, G. (1921) ; P. de Stoechlin, G. (Paris 1926); J.

Röntgen, E.G. (1930); K. v. Fischer, Griegs Harmonik und die nordländische Folklore (1938); J. Cuypers, E. G. (Haarlem 1948).

< >