Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

EBENACEEËN

betekenis & definitie

is de naam van een plantenfamilie uit de sympetale orde der Diospyrinae. Zij telt in de tropische en subtropische gewesten ca 320 soorten, houtgewassen zonder melksap met verspreide, leerachtige, gaafrandige bladeren en meest alleenstaande, 2-huizige, 3-7-tallige bloemen met 1 of 2 kransen of nog meer, soms aan de voet iets vergroeide meeldraden met introrse antheren en een bovenstandig, 2-16-hokkig vruchtbeginsel met vrije stijlen en 1 of 2 hangende anatrope zaadknoppen met 2 integumenten in elk hokje, later wordend tot een besvrucht. Hun kernhout is hard en zwaar, meest zwart of bruin, maar ook wit of rood of zelfs groen.

Verreweg het grootste der geslachten, met 200 van de soorten, is het geslacht Diospyros L., dat allerlei soorten ebbenhout levert. D. Kaki L.f., uit Japan en China, heeft eetbare vruchten, de zgn. Kaki-appels, Kaki-pruimen of Japanse dadelpruimen, en wordt deswege veel in het Middellandse Zeegebied gekweekt. Hetzelfde geldt voor D. Lotus L. uit Midden- en Oost-Azië, die men ook als sierboom veel aangeplant vindt in de warmere gedeelten van Europa. Enkele soorten van Diospyros vertonen het verschijnsel der cauliflorie en ook parthenokarpie is waargenomen. Een verder geslacht is het geslacht Maba Forst, voorkomend in tropisch Azië en Australië. Van de soorten noemen wij M. Ebenus Spr. van de Molukken, die het echte zwarte ebbenhout, en M. major Forst, die eetbare vruchten levert. Een Zuidafrikaans geslacht met een 20-tal soorten is het geslacht Royena L., in aansluiting waarmede het geslacht Euclea L.f. genoemd kan worden. Van R. lucida L., in Zuid-Afrika Zwartbast genaamd, verkrijgt men een bruikbaar hout, van E. Pseudebenus E.Mey. het zgn. Oranjerivier-ebbenhout.

< >