(Marie Eugène Henri Fouques), Frans componist (Parijs 21 Jan. 1848 - Mont de Marsan 12 Febr. 1933), studeerde aan het collège de Vaugirard bij César Franck, vervolgens in de rechten, maar tevens onder toezicht van Franck compositie. Hij nam levendig deel aan het Franse muziekleven, richtte o.m. de Société nationale de musique mede op, componeerde orkestwerken, kamermuziek (die hij in grote zelfcritiek grotendeels weer vernietigde), en een dertiental liederen.
Door een ernstige zenuwziekte moest hij op 37-jarige leeftijd alle muzikale arbeid staken, hoewel de ideeën hem rijkelijk bleven toevloeien. Met heldhaftige resignatie droeg hij bijna een halve eeuw zijn smartelijk lot.Zijn beide voor zelfcritiek gespaard gebleven orkestwerken, het poème symphonique Lenore en de nocturne Aux étoiles zijn evenals de kleine pianostukjes Feuilles volantes in vergetelheid geraakt, maar er is geen vocalist ter wereld, die de liederen van Duparc niet kent en zingt. In literair opzicht staan ze op hoog niveau en muzikaal beschouwd zijn het ware juwelen.
Lit.: O. Déré, Musiciens français d’aujourd’hui (1911).