Oudtestamentisch theoloog van geavanceerd critische richting (Bingum 10 Oct. 1847 - Bazel 31 Aug. 1928), was eerst buitengewoon hoogleraar te Göttingen en sedert 1888 hoogleraar in de uitlegkunde van het Oude Testament te Bazel. Onstuimig, maar geniaal in zijn opvattingen, heeft hij veel zeer verdienstelijk werk geleverd voor de nieuwere inzichten in de profetische geschriften van Israël, niet het minst in Jesaja en Jeremia.
Bibl.: Die Theologie der Propheten (1875); Das Geheimnis in der Religion (1896, 3de dr. 1927); Die Gottesgeweihten in der alttest. Religion (1905); Das kommende Reich Gottes (1910); Israels Propheten (1916, 2de dr. 1922); Van zijn commentaren vooral: Das Buch Jesaja (Göttinger Handkommentar zum Alten Test. III/1, 4de dr. 1923).
