Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DISPERSIE

betekenis & definitie

of kleurschifting is de splitsing van het licht in de grondkleuren door breking. Als door een spleet een dunne lichtbundel op een driezijdig glasprisma valt, wordt hij uit zijn richting gebracht, doch alle gedeelten niet even sterk; er ontstaat een soort waaier, die men op een scherm kan opvangen.

De stralen, die het minst gebroken zijn, hebben een rode kleur, dan volgen in voortdurend sterkere breking: oranje, geel, groen, blauw en violet. Zulk een kleurenbeeld wordt spectrum genoemd.De normale dispersie ontstaat, doordat de brekingsindex van het materiaal van het prisma afneemt, als men in het spectrum van violet naar rood gaat.

Deze regel wordt echter onderbroken in de buurt van absorptielijnen in het spectrum; dat zijn zeer nauwe spectraalgebieden, die het prisma niet doorlaat, maar opslorpt. Aan de rode kant van de absorptie-lijn neemt de index abnormaal snel toe, aan de violette kant begint hij zeer laag en neemt dan snel toe tot de normale waarde. Dit eigenaardig gedrag noemt men anomale dispersie.

Volgens de golftheorie van het licht betekent de dispersie niets anders dan dat de voortplantingssnelheid van het licht in de materie van de frequentie of golflengte der lichttrillingen afhangt. Deze afhankelijkheid berust op het meetrillen der materiedeeltjes, vooral van de electronen. Hierdoor wordt zowel de normale als de anormale dispersie verklaard.

Generaliserend spreekt men ook bij andere trillingsverschijnselen van dispersie, als een of andere grootheid van de trillingsfrequentie afhangt. In het gewone frequentiegebied vertoont geluid geen merkbare dispersie, wel echter enigszins in het „ultrasonore” gebied van de uiterst hoge, onhoorbare frequenties.

PROF. DR J. A. PRINS

< >