volgde de H. Cyrillus op als patriarch (444-451), doch was monophysiet en deed door de vergaderde bisschoppen te Ephese zijn vriend Eutyches in ere herstellen.
Krachtig verzette zich paus Leo I tegen deze poging en noemde de vergadering een roversynode (latrocinium). Op het daaropvolgend algemeen concilie van Chalcedon in 451 werd Dioscorus dan ook afgezet. Hij stierf een paar jaren later in de verbanning.