Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DINASTEGELS

betekenis & definitie

ook wel flintshiretegels genoemd. Deze tegels, of stenen, behoren tot de vuurvaste stenen, meer in het bijzonder tot de onderafdeling Kwartsstenen. Het is een uiterst vuurvaste, geelachtig-witte steen van een smeltpunt boven Segerkegel no 34, d.w.z. boven 1810 gr.

C. De steen bestaat vrijwel geheel uit kiezelzuur, tot 98 pct toe en 1 à 2 pct calciumoxyd. Als grondstof gebruikt men kwartsmeel, hetgeen met kalkmelk tot het gewenste kalkgehalte wordt gemengd. Om het vormen van dit in het geheel niet plastische mengsel mogelijk te maken voegt men een stroperige vloeistof toe, melasse, stroop of „silicanit” (sulfietafvalloog). De stenen worden bij Segerkegel 16-20, dus bij 1450-1530 gr. C. gebrand, waarbij door vorming van calciumsilicaat een geringe samensintering optreedt, waardoor samenhang wordt verkregen.Oorspronkelijk werden de tegels gemaakt uit Dinaskwarts, dat in het Neathdal in Wales werd gevonden, vandaar de naam. Sindsdien is gebleken, dat ook andere kwartssoorten voor dit doel bruikbaar zijn. Kwarts ondergaat door de overgang in andere modificaties (achtereenvolgens tridymit, crystobalit en amorph kwarts) bij hoge temperatuur een zeer grote volumevermeerdering, die bij afkoeling blijft bestaan. De snelheid van dit proces is afhankelijk van de soort kwarts. Voor Dinastegels (en in het algemeen voor vuurvaste stenen) is alleen kwarts bruikbaar, waarbij dit proces gedurende het branden voldoende ver afloopt en bovendien een steen van voldoende vastheid wordt verkregen. De stenen worden gebruikt voor bekleding van ovens, in het bijzonder Martin- of electrische staalovens en glasovens.

Lit.: Wernicke, Die Fabrikation der feuerfesten Steine (1905); F. H. Norton, Refractories (1931).

< >