Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DIEMERBROECK, Ysbrand van

betekenis & definitie

Nederlands geneeskundige (Montfoort 13 Dec. 1609 - Utrecht 17 Nov. 1674), studeerde in Utrecht en Leiden onder de professoren: Heinsius (klassieken), Barlaeus (filosofie) en Heurnius (geneeskunde). In Angers verwierf hij de doctorstitel.

Terug in Holland, vestigde hij zich te Nijmegen. Over de pest, die hier van 1635-1637 heerste, schreef hij een belangrijk werk: De peste libri IV (1644). Daarop ging hij naar Utrecht, waar de universiteit hem in 1649 tot buitengewoon hoogleraar benoemde als opvolger van Willem van der Straten. Bij deze gelegenheid hield hij zijn beroemde rede, waarin hij zich uitsprak voor het onderbrengen van de chirurgie onder de medische wetenschap. In 1651 werd hij gewoon hoogleraar in de genees- en ontleedkunde. Vooral als anatoom trad hij op de voorgrond. Zijn Anatome corporis humane (1672) werd lange tijd in heel Europa gebruikt. De platen hiervoor nam hij over uit verschillende werken (de spieren, de beenderen, de bloedvaten en de beschrijvingen daarvan zijn ontleend aan Vesalius), maar zijn uiteenzetting muntte uit door helderheid en bevattelijkheid.

< >