Engels staatsrechtsgeleerde (Claybrook Hall bij Lutterworth 4 Febr. 1835 - Oxford 7 Apr. 1922), studeerde te Oxford en was daar, na een advocatuur in Londen, hoogleraar van 1882-1909. Naast zijn Lectures on the relation between law and public opinion in England during
the 19th Century (1905, herdr. 1924) en zijn A Digest of the law of England with reference to the conflict of laws (1896, 5de dr. dr. d. A. Berriedale Keith 1932, 6de dr.: Conflict of laws. 1949) is vooral bekend zijn Introduction to the study of the law of the Constitution (1885), dat als een standaardwerk voor het Engelse staatsrecht geldt en waarvan de 9de druk, met een inleiding en een toevoegsel, in 1939 is bewerkt door E. C. S. Wade. De vraag is intussen of zijn kijk op het Engelse recht wel voldoende is blijven rekening houden met de ontwikkeling, die ook daar tot een werkelijk administratief recht heeft geleid, en voorts of hij op het recht van het vasteland, met name op het Franse administratief recht, dat hij in beginsel verwerpelijk acht, wel de juiste blik heeft gehad. De bewerker van de jongste druk blijkt voor een en ander ook oog te hebben, hoeveel goeds en oorspronkelijks het boek overigens moge bevatten. Na 1886 heeft hij zich vooral gekant tegen het beginsel van hij tussen dat jaar en 1913 verschillende geschriften in het licht gaf. Zijn laatste werk was van 1920: Thoughts on the Union between England and Scotland, uitgegeven te zamen met R. S. Rait.
Bibl.: The Privy Council (1860); Treatise on the rules for the selection of the parties (1870); The law of domicily (1879); England’s case against Home-Rule (1886); Treatise on the conflict of laws (1896); The statesmanship of Wordsworth (1917).
Lit.: A. V. Dicey, Memorials: being chiefly letters and diaries, ed. by R. S. Rait (1925); W. S. Holdsworth, The Historians of Anglo-American Law 1928 Ch. III.
