Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DHOE’L KARNAIN

betekenis & definitie

is de naam van een in de Koran (Soera XVIII) voorkomende legendarische figuur; het woord betekent „de man met de twee horens”. In de genoemde Koran-passage wordt verteld hoe hij de wereld doortrekt en aan het einde van de bewoonde wereld een grote dam opwerpt, die de daarachter wonende wilde volken Gog en Magog in bedwang moet houden.

Door sommigen wordt hij als een profeet beschouwd, de meeste uitleggers van de Koran houden hem echter voor Alexander de Grote en beschouwen hem als de verbreider van de leer der eenheid Gods. In de Sedjara Melajoe, de grote Maleise kronieken, komt hij voor als de stamvader van de vorsten van het rijk van Malaka. Een van zijn afstammelingen, Sri tri Boewana, stichtte Singapore en werd de grondlegger van het grote Maleise rijk. Bij Palembang wordt een graf op de Boekit Lama beschouwd als de laatste rustplaats van Dhoe’l Kamain; het is een vervallen hut, waarbij ook de graven van zijn volgelingen moeten gelegen zijn, aangeduid door een viertal steenhopen.

< >