Phenolcarbonzuren bevatten een of meerdere hydroxylgroepen, die zich met carboxylgroepen (zuurgroepen) kunnen verbinden, maar tevens een carboxylgroep, zodat twee of meerdere moleculen van een phenolcarbonzuur zich met elkander kunnen verenigen, waarbij water uittreedt tussen de hydroxylgroep van het ene molecule en de carboxylgroep van het andere molecule. De ontstane esters, die weer te verzepen zijn tot het oorspronkelijke phenolcarbonzuur, worden di- of tridepsiden genoemd al naarmate twee of drie moleculen zich verbonden hebben.
In de natuur vindt men ze bijv. in korstmossen, zoals lecanorinezuur, het didepside van orselinezuur of 2 : 6-dihydroxy-4-methylbenzoëzuur. Het didepside van galluszuur, digalluszuur genaamd, komt veresterd met de suiker glucose in de looistof tannine voor, waarbij ca 5 moleculen depside aan één molecule glucose zijn gebonden. Ook ellagzuur, een inwendig depside, wordt in verschillende looistoffen gevonden. Vooral E. Fischer heeft zich met het onderzoek en de synthese van depsiden beziggehouden.DR J. VAN ALPHEN
Lit.: E. Fischer, Untersuchungen über Depside und Gerbstoffe (Berlin 1919).