Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

DEGENERATIE-PSYCHOSES

betekenis & definitie

Onder deze naam worden in de huidige psychiatrie psychoses beschreven, die wat de symptomen betreft gelijkenis vertonen met de schizophrenie en met de manisch-depressieve psychose. Deze verschijnselen zijn niet in het kort weer te geven.

Zeer belangrijk is de eigenaardige verandering in het zgn. betekenis-bewustzijn, dat de zieke van zijn omgeving heeft. Soms is dit betekenis-bewustzijn waanachtig veranderd. De verandering gaat echter nooit zeer diep, nooit zo diep als bij de schizophrenie. De veranderde betekenissen hebben soms iets oppervlakkigs.

Dit heeft aanleiding gegeven deze psychoses ook wel als randpsychoses te beschrijven. Deze term is misleidend, want niets bewijst dat de aan de degeneratiepsychoses ten grondslag liggende ziekte iets met schizophrenie of manischdepressieve psychose te maken heeft. De term ,,degeneratie”-psychose is, nadat het begrip degeneratie onhoudbaar is gebleken, eveneens onjuist. Hamer heeft daarom in zijn proefschrift voorgesteld van desintegratiepsychoses te spreken.

Het belangrijkste kenteken is het phasisch beloop van de ziekte, d.w.z. dat de zieke na de ziekte doorgemaakt te hebben, tot zijn eigen norm terugkeert.

< >